Cao artikel 16.2 - Loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid

Waar heb je recht op wanneer je helaas arbeidsongeschikt geworden bent?

Dit is een vraag die ons vaak gesteld wordt. Wanneer je door ziekte niet kunt werken verandert er de eerste periode niets, gedurende 6 weken heb je recht op 100% doorbetaling van je loon. In de periode vanaf week 7 t/m week 104 van de arbeidsongeschiktheid ontvang je een doorbetaling van 85% van het loon. Met het loon bedoelen we het gemiddelde van je bruto maandsalarissen (inclusief vaste dienstvergoeding) over de afgelopen 12 maanden. Werk je op het moment dat je ziek/arbeidsongeschikt wordt korter dan 12 maanden bij deze werkgever, dan wordt je uitkering berekend over het gemiddelde loon van het aantal maanden dat je in dienst bent.

Mocht je twee keer ziek worden binnen 4 weken, dan telt dit voor 1 ziektegeval. Dit betekent dus dat je de tweede keer 100% krijgt voor nog twee weken. Als je op vakantie ziek wordt, kun je vakantiedagen terugkrijgen. Hiervoor moet je je wel ziekmelden en bij thuiskomst een medische verklaring overleggen aan de arbodienstverlener. Omdat dit soms lastig te regelen is, raden we jullie aan om hierover te overleggen met de werkgever. Hier staan natuurlijk voor de werknemer een aantal verplichtingen tegenover!

Bijlage 3 van de cao, het verzuimreglement, vermeldt de plichten van de zieke werknemer. Hieronder wordt deze bijlage kort uitgelegd. Bij korte ziekte, zoals bijvoorbeeld de mannengriep, zijn alleen punt 1 en 2 van belang. Bij langdurige ziekte, zoals bijvoorbeeld een burn-out, worden alle andere punten van belang.

Heel veel beterschap voor ieder die deze samenvatting nodig heeft!

Samenvatting bijlage 3 van de cao voor dierenartspraktijken 2020.

1. Op tijd ziekmelden.

Het eerste dat je moet doen, is je op tijd ziekmelden of ziek laten melden. Dit betekent voor aanvang van de werktijd of uiterlijk om 9u in de ochtend bij de daarvoor aangewezen persoon. Als je later op de dag of tijdens werktijd ziek wordt, moet je dit zo snel mogelijk melden. Tijdens werktijd natuurlijk voordat je naar huis gaat.

2. Informatie geven.

Aan de ene kant heb je als zieke werknemer recht op privacy en aan de andere kant is het voor een werkgever van belang om bepaalde informatie te hebben om je zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. Het is voor een werkgever verboden om informatie over de aard en oorzaak van iemands ziekmelding te vragen en te registreren. Dat is aan de arbo/bedrijfsarts (die heeft een beroepsgeheim). Wel ben je volgens de cao verplicht om informatie aan de werkgever te geven over sinds wanneer je ziek bent, wanneer je denkt weer hersteld te zijn, op welk adres je verblijft en onder welk telefoonnummer je daar bereikbaar bent of er werkzaamheden zijn die je wel kan uitvoeren en of er taken of afspraken zijn die overgenomen moeten worden. De arbo/bedrijfsarts mag geen medische informatie aan je werkgever geven. Tenzij je daar zelf toestemming voor gegeven hebt.  

3. Controle

Tijdens werktijd moet je beschikbaar zijn voor controle van de werkgever/arbodienstverlener. Deze controle kan thuis of telefonisch gedaan worden. In principe wordt er verwacht dat je thuis blijft tot de eerste controle. Hierna moet je, gedurende de eerste 6 weken tot 10.00u en tussen 12.00u en 14.30u thuis zijn vanwege de controlemomenten.

4. Begeleiding door de werkgever.

De werkgever zal regelmatig contact opnemen om naar de huidige stand van zaken te informeren en informatie te geven van belangrijke ontwikkelingen in de praktijk. Na 6 weken worden nieuwe afspraken gemaakt over de regelmaat en het tijdstip van contact.

5. Controle en begeleiding door de arbodienstverlener.

De arbodienstverlener kan je oproepen voor een spreekuur. De reiskosten worden vergoed. De enige reden om niet te hoeven gaan, is als je alweer aan het werk bent. Als je niet fysiek naar het spreekuur kunt gaan, dan moet je dat direct zelf melden.

6. Vakantie of verblijf in het buitenland.

Zoals hierboven vermeld, moet je je ook ziekmelden op vakantie met dezelfde regels. Voor het terugkrijgen van vakantiedagen moet je een medische verklaring overleggen aan de arbodienstverlener. Mocht je tijdens je ziekteperiode op vakantie willen gaan, dan moet daar een “verklaring van geen bezwaar” voor verkregen worden van de arbodienstverlener. Toestemming wordt gegeven als de arbodienstverlener meent dat de vakantie geen belemmering oplevert voor de genezing.

7. Meewerken aan genezing en herstel.

Je moet je houden aan de voorschriften van de arts, mag geen dingen doen die de genezing belemmeren of vertragen en je moet je binnen een redelijke termijn onder behandeling stellen van je huisarts.

8. (Tijdelijk) ander werk: passende arbeid.

Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid voor het werk waarvoor je aangenomen bent, kan het zijn dat je ander werk wel kan uitvoeren. Als dit passende arbeid is, moet je dit accepteren als de werkgever dit aanbiedt. Is er geen passende arbeid binnen het bedrijf mogelijk, dan kan zelfs buiten het bedrijf gezocht worden. Dit gaat in overleg, maar redelijke voorstellen moeten geaccepteerd worden. Er kan bezwaar gemaakt worden tegen de beslissing van de arbodienstverlener en er kan een deskundigenoordeel bij het UWV aangevraagd worden.

9. Plan van aanpak.

Uiterlijk in de 6e week van het ziekteverzuim wordt een probleemanalyse opgesteld door de arbodienstverlener. In deze probleemanalyse onderzoekt de arbodienstverlener wat er gedaan kan worden om je zo snel mogelijk aan het werk te laten gaan. Je bent verplicht om hieraan mee te werken. De arbodienstverlener geeft je dan ook informatie over de wettelijke rechten en plichten. Op basis van deze probleemanalyse wordt een plan van aanpak opgesteld.

Uiterlijk in de 8e week van het ziekteverzuim krijg je een uitnodiging voor een gesprek, waarin het plan besproken wordt. Het definitieve plan wordt zowel door de werkgever als werknemer ondertekend. Het plan kan natuurlijk herzien worden bij een verandering van de gezondheid, waardoor er opnieuw een gesprek volgt en een nieuw plan ondertekend wordt. Bezwaren moeten zowel mondeling als schriftelijk meegedeeld worden.

10. Het verzuimdossier.

Het verzuimdossier bevat alle relevante documenten in het kader van ziekteverzuim. Je kan dit document zelf inzien na een afspraak te maken met de daarvoor aangewezen persoon en je mag zelf een kopie hebben. Medische informatie wordt bewaard bij de arbodienstverlener. Ook deze kan je na een afspraak zelf inzien.

11. Geheel of gedeeltelijk herstel.

Zodra je weer kan werken, meld je dit bij de werkgever. Je hoeft niet te wachten op toestemming van een arts. Bij twijfel vraag je advies van de arbodienstverlener.

12. Re-integratie-inspanningen en WIA-aanvraag.

De vermeldingen van de weken in de cao slaan op de wettelijke bepalingen / inspanningen van werkgever. Zie uwv.nl/werkgevers/werknemer-is-ziek/loondoorbetaling/stappenplan-bij-ziekte-werknemer/index.aspx

Tijdens de eerste 2 jaar (104 weken) van je ziekteverzuim mag je werkgever je niet ontslaan en geldt er een loonbetalingsverplichting. Als je langer ziek bent, kan je werkgever stoppen met het betalen van je loon en ook een ontslagvergunning bij het UWV aanvragen. Een werkgever moet dan aantonen aan het UWV dat hij/zij voldoende gedaan heeft om je weer terug aan het werk te krijgen in die 2 jaar. Als je werkgever hier niet aan voldaan heeft, kan het UWV bepalen dat de werkgever nog een jaar langer je loon moet betalen. Als medewerker ben je ook verantwoordelijk voor je eigen re-integratie, je moet meewerken. Na die 2 jaar (104 weken) stopt dus de wettelijke loondoorbetaling volgens de ziektewet. Vandaar dat het verstandig is om als werknemer om op tijd een WIA uitkering aan te vragen.

In een re-integratie traject zijn er enkele belangrijke meetpunten:

  • week 6: Probleemanalyse.
  • week 8: Plan van aanpak.
  • week 42: De werkgever doet “aangifte van langdurige ziekte” bij het UWV.
  • week 42 - week 52: De werkgever is verplicht om gedurende het verzuim van de werknemer,  te onderzoeken hoe de werknemer naar vermogen kan blijven werken. In de praktijk schakelen werkgevers hier vaak een arbeidskundige voor in. Als een werkgever niet onderbouwt met een rapport wat hij/zij heeft gedaan aan de re-integratie van de werknemer, kan dit consequenties hebben.
  • week 52:
    • Opstellen eerstejaars evaluatie (= voortgang re-integratie beoordelen).
    • Na een jaar arbeidsongeschiktheid is je werkgever verplicht om het re-integratietraject tweede spoor op te starten, indien je op dat moment niet binnen het bedrijf bent gere-integreerd. Je bent als werknemer verplicht om aan het re-integratietraject tweede spoor mee te werken.
  • week 88: De werknemer krijgt een brief van het UWV over aanvraag WIA uitkering. In week 87-91 evaluatie plan van aanpak.
  • week 91: Eindevaluatie. Wat is de stand van zaken van de re-integratie. Uiterlijk in week 93 stuurt de werknemer dit met de WIA aanvraag naar het UWV. Bij ontslag neemt het UWV het over van de werkgever (wel/niet WIA uitkering en anders eventueel WW/bijstand).

13. Frequent verzuim.

Na een vooraf bepaald aantal ziektemeldingen binnen 1 jaar moet er een gesprek plaatsvinden met de daarvoor aangewezen persoon binnen het bedrijf.

14. Verplichte naleving van het reglement.

Het is verplicht om je aan de voorschriften te houden. Bij het niet opvolgen kan er loonsverlaging plaatsvinden en zelfs ontslag volgen.

15. Bezwaren: second opinion en uiteindelijk de rechtbank.

Als je het niet eens bent met acties of voorstellen, dan moet dit direct met de arbodienstverlener besproken worden. Je kan na de klachtenprocedure een second opinion aanvragen bij het UWV. Blijven er onenigheden bestaan, dan kun je naar de kantonrechter.